Raising a child zeggen de Engelsen, waarmee het proces van groot laten worden (in tegenstelling tot het Nederlandse grootbrengen) mooi in een woord samengebald is. Opvoeden en grootbrengen suggereren dat jij dat als ouder bewerkstelligt, in plaats van dat je het natuurlijke proces van groeien, van rijzen, begeleidt. Laten we eens kijken naar opvoeding en wat het met hechting te maken heeft.
Onze termen opvoeden en grootbrengen suggereren dat jij als ouder iets moet doen: verzorgen, eten, drinken en onderdak geven, maar ook regels geven, grenzen bewaken, straffen, disciplineren, vormen. Opvoeden gaat naar mijn mening niet over deze werkwoorden, maar over begeleiden, voorleven en fysiek en emotioneel aanwezig zijn. Je hoeft helemaal niet op te treden en in te grijpen als je ‘voorleeft’ en de hechtingsband sterk houdt. Grenzen stellen gaat dan ook niet over ‘zakelijke’ grenzen waarvan je kind de achtergrond niet kan invoelen (je mag niet meer dan twee snoepjes, je mag niet op de bank springen, je mag deze week niet op de IPad), maar over emotionele grenzen die je kind empathisch vermogen leren (we hadden afgesproken dat je niet meer op de bank zou springen en nu doe je het toch, terwijl je weet dat ik dat niet oké vind, nu heb ik het gevoel dat je onze afspraak niet serieus neemt, en dat wil ik niet).
Hechting, gatsie
De letterlijke vertaling van attachment parenting is ‘hechtend ouderschap’ (maar wordt in het Nederlands meestal vertaald als natuurlijk ouderschap). Sommige mensen zijn allergisch voor het woord hechting (zoals de aanhangers van Ouderwets Opvoeden), anderen zien het als een wetenschap, weer anderen bijna als een geloof, en nog weer anderen meer als levenswijze, levenshouding. Het maakt niet uit hoe je het noemt, hechting gaat over de mate waarin je basisvertrouwen hebt in jezelf en in anderen. Veilige hechting zorgt ervoor dat je minder snel gekwetst bent, dat je zelfvertrouwen hebt, dat je anderen vertrouwt, dat je makkelijker het leven en relaties aangaat, beter met tegenslagen om kunt gaan, gelukkiger en flexibeler bent. Hechting is geen vast gegeven, maar is een punt op een schaal die loopt van veilig naar onveilig. En vanaf dat je geboren bent glij je een beetje over die schaal richting iets minder veilig of iets meer veilig door de ervaringen die je opdoet met mensen (je ouders, je vrienden, je relaties).
Wie bepaalt eigenlijk of je kind veilig gehecht is? Je kind is veilig gehecht (zeggen deskundigen) maar hij of zij luistert misschien totaal niet naar je, scheldt je uit, rent de straat op en vlucht weg als hij opgehaald wordt bij een vriendje en naar huis moet: waar is de verbinding? Wat versta jij zelf onder veilige hechting? Hebben we het over hetzelfde?
De onzichtbare band
Hechting is eigenlijk een onzichtbare band tussen jou en je kind. Het is dus tweerichtingsverkeer: een veilig gehecht kind wil de band ook goed houden en wil luisteren naar jou, net zo goed als jij wilt dat hij naar jou luistert. Een knipoog of blik is dan voldoende voor verstandhouding, omdat jullie elkaar begrijpen.
Zoals met elke band het geval is (vriendschap, relatie), je kunt hem niet eenzijdig afdwingen. Je bouwt de hechtingsband op vanaf het allereerste begin, elke dag opnieuw, met je natuurlijke gezag, van binnenuit. Opvoeden bestaat dus meer uit begeleiden, geduld hebben, aanwezig zijn, sensitief en responsief zijn dan uit sturen en (af)dwingen.
Voorbeeld: wat doe je als je je kind ophaalt van een speeldate en hij wil niet mee naar huis. Wat veel ouders doen is zeggen: ik tel tot drie en dan ga je mee. Of – in andere situaties – ik tel tot drie en dan moet je kiezen (welk snoepje, welk tv-programma). Dat is geen opvoeden, geen begeleiden, maar dat is je autoriteit gebruiken. Omdat dat meestal geen effect heeft, koppelen ouders er uit onmacht een straf aan: ik tel tot drie en als je dan niet meegaat dan mag je vanavond geen Netflix kijken. De hechtingsband is hier ver te zoeken…
“Neeee, ik ga niet mee naar huis, je bent de stomste moeder, ik haat je!”
Als de hechtingsband sterk is dan kan het natuurlijk nog steeds zijn dat je kind het zo naar zijn zin heeft bij die speeldate dat hij in eerste instantie niet naar huis wil (hoe leuk het thuis ook is). Maar dan kan er het volgende gesprek ontstaan:
“Mam, ik wil nog helemaal niet naar huis, ik vind het zo leuk met Denise!” (uiten van emotie)
“Dat snap ik, het ziet er ook heel gezellig uit, maar het is tijd, liefje.” (sensitief + grens aangeven)
“Ow, nou, wat jammer, maar mag ik dan snel weer afspreken met Denise?” (behoefte uitspreken)
“Als dat van Denises moeder mag vind ik dat goed, maar dan moeten we even kijken wanneer het uitkomt, de rest van de week kan het niet.” (responsief reageren + grens aangeven)
In plaats van:
“Mam, ik wil nog helemaal niet naar huis, ik vind het zo leuk met Denise!” (uiten van emotie)
“Ja, dat zal best, maar je gaat nu mee, want het is al laat en je broer moet zo naar hockey.” (geen sensitiviteit + grens aangeven)
“Nou en, dan ga jij hem toch naar hockey brengen en blijf ik hier, want hier is het veel gezelliger!” (behoefte aangeven)
“Zeg, doe eens niet zo brutaal, ik tel tot drie en als je dan niet meegaat dan mag je hier helemaal niet meer komen spelen!” (autoriteit aanwenden)
“Neeee, ik ga niet mee, je bent de stomste moeder (of k-wijf), ik haat je!” (uiten van emotie)
Moeder sleept het kind de auto in en heeft een blik van verstandhouding met de moeder van Denise ‘tja, kinderen kunnen zo lastig zijn af en toe!’
5 x R = R
Het onderwerp ‘luisteren’ en ‘schelden’ blijft interessant. Ik geloof dat je kind naar je wil luisteren als zijn situatie duidelijk, gelukkig en veilig is. Hij wil naar je luisteren omdat de band en zijn situatie hem alles waard is om te behouden. Dat noem ik de ‘onzichtbare band’ die geen strenge regels, straf, beloning, voorwaarden en heftig optreden van de ouders behoeft. De sterke onzichtbare band zorgt dat je kind intrinsiek (van binnenuit) dingen doet – en laat – in plaats van dat het hem extrinsiek (van buitenaf) wordt opgelegd door middel van autoriteit.
De groep ouders die – uit onmacht of onwetendheid – hun kind nog harder aanpakt als het scheldt, niet luistert of op een andere manier niet gehoorzaamt, heeft al in een vroeg stadium een cruciale afslag gemist en denkt dat hun kind geholpen, gediagnosticeerd of strenger aangepakt moet worden. Terwijl de oplossing ligt bij de ouders zelf: aanwezigheid, sensitiviteit, responsiviteit, geduld. Of, als we het in een beter bekkend rijtje gieten: Rust, Reinheid, Regelmaat (die waren er al sinds de 19e eeuw, en zo zie je maar dat Natuurlijk Ouderschap niet zover afstaat van Ouderwets Opvoeden), aangevuld met Responsiviteit en Reguleren van emoties. Dan krijg je de R van Resultaat en dat is een Retegoeie band met je kind!