‘Zo, die kan schreeuwen!’ ‘Daar zit een kop op’ ‘Wat een driftkikker!’ zijn uitspraken die je regelmatig hoort, als een baby of een al wat ouder kind – misschien wel jouw kind – van zich laat horen, duidelijk en hard signalen afgeeft wanneer hij of zij iets wil of ergens last van heeft. Ouders kunnen hier best van schrikken, als je kind flink van zich laat horen, je niet weet wat hem of haar bezielt, wat het nodig heeft, je je geen raad weet. Hoe de code te kraken? Zo had je je het allemaal niet voorgesteld.
“Ik laat me toch zeker niet de les lezen door zo’n hummel!”
Temperament
Temperament betekent: levendigheid. Een persoon met temperament is iemand met een bepaalde levendigheid, vurigheid in zich. Temperament is een aangeboren kenmerk; je krijgt het genetisch mee. Het ligt besloten in de genen, net als bijvoorbeeld haarkleur.
Als je kind net geboren is, is het in grote lijnen wel zichtbaar en voelbaar hoe zijn of haar temperament is. Het ene kind is van ‘aard’ wat rustiger of passiever, het andere kind wat levendiger en extraverter. Baby’s kunnen alleen iets kenbaar maken door te huilen. Gelukkig maar, want dan weet je dat er iets is, dat je in actie moet. Maar het kan je ook onrustig maken, onzeker of gestrest. Wat wil mijn kind? Waarom krijg ik hem of haar niet rustig? Wat moet ik doen? Baby’s met temperament zijn zelfs nog wat aanhoudender, huilen misschien nog meer, vaker en harder als ze iets nodig hebben. Heel goed dat je kind aangeeft dat het iets nodig heeft, maar dat volume…
“Waar zit de uitknop?”
Help, de ’terrible two’s’!
Tussen ongeveer anderhalf en vier jaar gaat een kind door de zogeheten ‘peuterpuberteit’. Een essentiële fase waarin het zijn/haar eigen ik-besef krijgt, eigen ideeën vormt en de drang en behoefte ontwikkelt om (nieuwe) dingen op eigen kracht (selluf) uit te gaan proberen. Het zal op onderzoek uitgaan en eigen grenzen opzoeken. Ook zal het kind in deze periode leren om negatieve emoties te reguleren, het verder opbouwen van het zelfbeeld, wat mede het latere zelfvertrouwen zal bepalen.
Tot zover geldt deze belangrijke fase voor elk kind, alleen zal niet elk kind in deze periode hetzelfde gedrag vertonen. Ieder kind heeft namelijk zijn eigen temperament, zijn eigen typische manier van reageren op bepaalde situaties.
Temperament is aangeboren, maar voor een groot deel óók onderhevig aan invloeden van buitenaf. En bij dit laatste hebben de ouders – zeker tijdens de eerste levensjaren – een cruciale rol. Het zal een afstemming, een wisselwerking zijn en blijven met jou en je kind, waardoor hij/zij zich gezien, gehoord en begrepen, veilig en geborgen voelt.
Emotieregulatie
Een rustig kind bijvoorbeeld heeft misschien wat meer stimulans nodig om zich in een sociale omgeving te begeven en een wat levendiger kind moet soms misschien wat meer afgeremd of begrensd worden. Elk kind is anders en heeft dus ook een andere benadering nodig. Jouw verwachtingspatroon heeft hier ook mee te maken. Wat wil en verwacht je van je kind? Mag hij of zij zichzelf zijn, anders zijn dan dat jij voor ogen had?
Met behulp van jouw sensitiviteit, inspanningen en geduld, jouw ‘hulp bij emotieregulatie’, zal je kind – in zijn of haar tempo – gaan leren om vat te krijgen op zijn aangeboren reactiestijl en zo uiteindelijk zichzelf leren reguleren.
Deze zelfregulatievaardigheden zal je kind nodig hebben om vriendschappen aan te kunnen gaan en te kunnen onderhouden, om plezier op school te zullen hebben, goed mee te kunnen komen. Dit zal hem verder helpen later in werk en in (intieme) relaties. Jong geleerd is oud gedaan!
“Sommige kinderen zijn toch zo heerlijk makkelijk, je hebt er geen kind aan!”
Het tegenovergestelde van het hebben van temperament is: géén of weinig temperament hebben, ook daar word je mee geboren. “Lekker makkelijk”, zul je zeggen, “Daar heb je geen kind aan!” Mispoes, dit zou een valkuil kunnen zijn. Dit kind heeft dezelfde sensitiviteit en responsiviteit nodig als je temperamentvolle kind, zij het in een ‘ander jasje’ verpakt. Fysieke en emotionele beschikbaarheid is wederom de sleutel, óók dit kind heeft jou hard nodig!
Match tussen jou en je kind
Wat past bij je kind, wat heeft het nodig? Welke emoties zitten achter het gedrag van je kind? Hoe goed kun je je kind ‘lezen’? Welke emoties komen er bij jou los? Hoe reageer je? Hoe ga je om met je eigen stress, je eigen emoties? Met andere woorden: hoe goed ken je jezelf?
De match tussen ouder en kind speelt een belangrijke rol in de mate of het kind zich gezien, gehoord en begrepen voelt. Deze afstemming, het matchen, gaat een leven lang door.
Met een match bedoel ik:
- de mate waarin het kind aan de verwachtingen van de ouder kan voldoen
- hoe de reactie van de ouder op het temperament van het kind aansluit/matcht
Hoe de ouder reageert op het kind hangt voor een groot deel af van:
- het eigen temperament
- de eigen verwachtingen en wensen
Opbouwen van vertrouwen
Als een baby een signaal afgeeft dat het je nodig heeft (huilen) en jij gevoelig bent voor dit signaal en hier gepast (adequaat) op reageert (kalm, begrijpend, troostend), zal je kind geleidelijk vertrouwen gaan opbouwen in jou als ouder (hij wordt gezien, gehoord en begrepen) en zal dit vertrouwen gaan uitbreiden naar anderen en zo het gevoel krijgen dat de omgeving te vertrouwen is. Dit vertrouwen zal je kind zich stilaan eigen maken, en zo ontwikkelt het een positief zelfbeeld, eigenwaarde, zelfvertrouwen. Je kind krijgt door jou grip op zijn eigen emoties.
Een keer een mismatch is niet het einde van de wereld
Natuurlijk is het niet mogelijk om te allen tijde de signalen van je kind goed op te pikken en ben je niet altijd in staat om gepast en adequaat te reageren.
Iedereen heeft weleens een mindere dag, een off day zo je wilt. Dan ben je vermoeid of kun je aan de noden van je kind niet of in mindere mate tegemoetkomen, kun je je kind even niet begrijpen, wil je dat het stopt met iets omdat je het niet kunt opbrengen, er het geduld niet meer voor hebt of geen energie ervoor kunt vinden. Met andere woorden: het kan zijn dat het je allemaal even teveel wordt.
“Hallo, mag ik óók eens een off day?”
Een keer een mismatch tussen jou en je kind, hoeft op zich niet problematisch te zijn.
Het belangrijkste is dat er na en naast deze momenten van mismatch er ook weer voldoende momenten zijn waarin jullie elkaar wèl kunnen vinden, bijvoorbeeld door te knuffelen, te ‘kletsen’, te stoeien, grapjes te maken of samen te spelen. Herstel kun je altijd inzetten: zie het als het onderhouden van je relatie, het weer goedmaken bij onenigheid of mismatch. Haal de band weer aan, maak het goed en ga weer verder. Zie een mismatch als een kans in plaats van een mislukking, dan sluit je het af en ga je weer verder! Nobody is perfect 😉
Meer weten? In Alles Kids lees je over afstemmen met je kind.