Je bent gewaarschuwd, dit onderwerp is een mijnenveld: straffen, belonen en onderhandelen met je kind. Wat is een grens stellen, wat is je kind de consequenties van iets laten ervaren en wat is dreigen, voorwaarden stellen? Hoe kom je veilig aan de overkant van het mijnenveld?
“Als je nu je schoenen niet aandoet mag je vandaag geen schermpjes meer.”
Het lijkt een onschuldig mechanisme: je kind belonen met een snoepje omdat het lief heeft gespeeld. Of je kind geen filmpje laten kijken omdat hij brutaal tegen je is geweest. Zeggen dat hij niet meer met dat vriendje mag afspreken als hij nu niet direct mee naar huis gaat. Want – zul je misschien denken – zo werkt het toch? Als ik drie keer vraag of hij nu eindelijk zijn tanden wil poetsen en hij doet het niet, hij luistert niet: dan moet ik daar toch een gevolg aan verbinden? Een straf? Toch ga ik dit mechanisme voor je ontrafelen om te laten zien dat het niet zo logisch is.
Als je kind niet naar je luistert, is dat ontzettend vervelend, en daar kun je behoorlijk wanhopig van worden. En als je dan in al je wanhoop dreigt met een week geen Wii, ontdek je: verrek, er wordt naar me geluisterd! Het werkt! Maar, de vraag is: waarom luistert je kind na de dreiging? Is dat omdat hij plots inzag dat hij maar beter kon gaan luisteren of is dat omdat hij zijn Wii-tijd niet op het spel wil zetten? Waarschijnlijk het laatste.
Voorwaardelijkheid
Simpel gezegd ben je bij straffen en belonen bezig met voorwaarden stellen: als jij dit doet, dan krijg je dat. Als jij dit niet doet, dan krijg je dat niet. Met zulke voorwaarden probeer je je kind dan tot luisteren of tot actie te dwingen. Soms refereren ouders er in het openbaar aan: “We hadden een afspraak hè, denk erom. Als je niet direct mee naar huis gaat, dan…”
Maar dit is natuurlijk niet echt een afspraak, het is een eenzijdig opgelegde afspraak, van de ouder richting het kind. Een afspraak waarmee je de band met je kind als het ware ‘koopt’.
Maar hoe zit het dan met grenzen stellen? Stel je voor: je kind zit in bad en is druk bezig met bakjes water en kiepert af en toe een bakje water over de rand, bewust. Je hebt twee keer gezegd dat je dit niet wilt en hebt gevraagd of je kind het gedrag wil stoppen. Het gebeurt weer. Jij:
- Zegt: je blijft maar met water gooien, terwijl ik duidelijk heb gezegd dat ik het niet wil. Dus nu is het klaar met badderen, kom er maar uit (grens stellen).
- Zegt: hè verdorie, doe je het weer. Geen boekjes lezen straks voor het naar bed gaan (straffen).
- Zegt: als je dat nog een keer doet, dan bel ik oma en zeg ik dat ze morgen niet hoeft te komen (dreigen)
Consequenties
Als je een grens stelt, dan hebben de consequenties een directe link met het ongewenste gedrag. Als je kind ontzettend treuzelt met aankleden terwijl jullie op het punt staan om naar een verjaardagsfeestje te gaan, dan loopt hij de kans de verjaardagstaart te missen. Dat is geen straf, maar het directe gevolg van het getreuzel. Dat zullen jonge kinderen natuurlijk nog niet begrijpen, maar als ze wat ouder zijn is dit uit te leggen en te snappen.
Als je straft daarentegen, heeft de straf meestal niets met het gedrag te maken. Als je kind zijn vriendje schopt, dan moet hij te horen krijgen dat dat niet mag (grens), dat dat gedrag absoluut niet acceptabel is. Maar hem vervolgens een toetje ontzeggen heeft geen link met het schoppen. Als hij later weer de neiging zou krijgen een vriendje te schoppen, wil je niet dat hij denkt: o, laat ik het maar niet doen anders krijg ik geen toetje. Je wilt dat hij denkt: o, laat ik het maar niet doen, want schoppen is niet aardig en lost niets op.
Straffen
Straffen kan absoluut effect hebben op de korte termijn, omdat je kind doet wat je zegt. Maar op de lange termijn riskeer je de band met hem, omdat die voorwaardelijk wordt en niet meer vanzelfsprekend is. Hij leert door het straffen en belonen dat het ‘voor wat hoort wat’ is, en hij luistert niet omdat hij dat wil, maar om iets (een straf of een ontzegging van iets) te voorkomen. En hij leert dat degene die de macht heeft bepaalt. Dus op korte termijn heb je met straffen misschien je zin; op de lange termijn brengt het verwijdering tussen jullie.
Heilige boontjes
Veilig gehechte kinderen zoeken ook grenzen op, dat zijn heus geen heilige boontjes, maar het verschil zit erin dat zij de band met hun ouder niet op het spel willen zetten. Dus als de ouder dan aangeeft dat nu echt menens is, dat er geluisterd moet worden, dan zullen ze dat doen. Een veilig gehecht kind stopt met het ongewenste gedrag als hij ziet dat mama het echt niet meer leuk vindt, omdat hij de band met haar niet wil verliezen. Als je kind maar door blijft gaan, grenzeloos is in dat gedrag en echt niet naar je wil luisteren, dan is dat een signaal om serieus te nemen. Een signaal dat aangeeft dat jullie band verzwakt is en gerepareerd, versterkt moet worden. Om de band te repareren heb je tijd nodig en geduld. Dus neem die tijd, maak andere keuzes, maak ruimte in je agenda, in je hoofd en zorg dat je kind zijn grenzen kan opzoeken omdat je de tijd ervoor hebt en het geduld om dit proces aan te gaan.
Even olie bijvullen
Als je kind slecht luistert is dat soms iets waar je werkelijk radeloos van kunt worden. Maar probeer het niet willen luisteren als een indicatie te zien van de status van jullie band. Niet als een defect aan je kind. De indicatie werkt net als het lampje in de auto dat aangeeft dat er olie bij moet. Als je dat op tijd doet, stopt het lampje met branden en loopt je auto weer gesmeerd. Maar als je het brandende lampje negeert sta je uiteindelijk stil – in the middle of nowhere – en doet niets het meer. En waar je bij een auto dan zou zeggen: ik koop wel een nieuwe, bij je kind gaat dat (gelukkig!) niet op. Des te belangrijker dus om bij het eerste brandende lampje alert te zijn en je beste reparatieskills in te zetten.