In grote lijnen zullen de meesten van ons het aardig goed doen, een kind opvoeden. Je zorgt ervoor dat je niet schreeuwt tegen je kind, je pakt hem niet hardhandig aan, slaat natuurlijk niet en probeert naar hem te luisteren, gehoor te geven aan zijn behoeften en niet te straffen. Alles oké dus op het eerste gezicht. Maar als je verder graaft en die mooi geschilderde voordeur opendoet, wat kom je dan binnen tegen? Je gevoelens van irritatie, boosheid, misschien jaloezie naar je kind: hoe uiten die zich en wat voor effect hebben ze op zijn ontwikkeling?
Zodra je kind geboren wordt, sla je een weg in die je nog niet eerder bewandeld hebt. Je weet niet precies wat je tegen gaat komen, je kunt je er ook niet helemaal op voorbereiden, maar je begint eraan met goede moed en een kersverse baby in je armen. De fouten die jouw ouders maakten ga je zeker niet herhalen. Tot je een paar jaar later jezelf toch iets hoort zeggen als: “Kun je dat nou nog niet, je bent al zes!” of “Hou nou eens op met huilen, het is wel over nu, zo klaar! Dat gemiep van jou ook altijd.” Oké, dus je bent niet de perfecte ouder die je hoopte te zijn. Wat nu?
Je bent een mens
Niemand is perfect, niemand is ‘af’, iedereen heeft onverwerkte trauma’s – groot of klein – en die draag je bij je. En hoe lang je ze ook hebt kunnen verbergen of ontkennen, grote kans (om niet te zeggen 100%) dat ze naar boven komen als je een kind krijgt en je de rol van ouder gaat vervullen. Vanwege het slaapgebrek, vanwege de verantwoordelijkheid, vanwege de stress die het oplevert om werk en privé te combineren, vanwege eventuele relatieproblemen die er zijn ontstaan, vanwege (schoon)ouders die er bovenop zitten, vanwege je onzekerheid: er zijn talloze oorzaken die een onverwerkt verleden kunnen triggeren.
Misschien denk je het te kunnen verbergen voor je kind, maar je kind voelt het. Voelt dat je er niet helemaal voor hem kunt zijn omdat je met jezelf bezig bent, afgeleid bent, met jezelf of met je ambities worstelt misschien. En zelfs als er geen sprake is van slaan of schreeuwen, maar van subtielere uitingen (een snauw, een sneer, een ‘grappige’ denigrerende opmerking, sarcasme), je kind zal zich gaan beschermen. En om dat te kunnen doen roept hij overlevingsmechanismes in het leven: zoals bijvoorbeeld de clown uithangen, iedereen willen pleasen of zichzelf terugtrekken, afsluiten.
“Niet willen eten of slapen, driftbuien, liegen, pesten: er zit altijd een verhaal achter.”
De aandacht die hij mist en tekort komt – zijn behoeften die niet gehoord en gezien worden – zoekt hij op een andere, negatieve manier: driftbuien, niet willen eten, slecht slapen, buikpijn voorwenden, ruzie zoeken op school: alles trekt hij uit de kast om je aandacht toch te krijgen. Weet hij dat hij dit doet? Nee, kinderen doen dit niet expres, ze doen het om te overleven. Denken ouders dat kinderen vervelend doen om de ouders te pesten, te irriteren, hun zin te krijgen? Helaas vaak wel.
En dan zit je voordat je het weet in een negatieve spiraal: je kind heeft het gevoel dat je hem niet ziet, hoort en begrijpt en gaat moeilijk gedrag vertonen, waardoor jij het gevoel krijgt hem helemaal niet meer te begrijpen en je toevlucht zoekt tot methodes als disciplineren, straffen of negeren. Met als gevolg dat hij…. En dat jij weer… Je kunt de puntjes zelf invullen.
Dus al jouw onverwerkte schaduwkanten maken van je kind een ‘onschuldige gevangene’, zoals Ingeborg Bosch dat zo goed beschrijft in haar boek met dezelfde titel. Een kind is volledig aan zijn ouder(s) overgeleverd, maar de ouders zijn vaak (nog) niet helemaal toegerust voor deze taak. En die combinatie zorgt voor (verborgen) leed bij het kind.
Is het hopeloos?
Nee, zeker niet, je kunt het tij altijd keren, en jezelf beter in shape krijgen voor de uitdagende taak van het ouderschap. En dat doe je door:
- Verantwoordelijkheid te nemen voor al je emoties en ze niet te negeren of te vergoelijken.
- Je bewust te worden van het verborgen leed dat jij met je meedraagt en nu doorgeeft aan je kind.
- Je voorgeschiedenis schoon te maken, op te ruimen en je schaduwkanten door te werken. Een goed boek dat je kan helpen dit te bereiken en je maskers af te zetten is Dit ben ik. Je kunt natuurlijk ook met een therapeut aan de slag.
“Je bent niet de schuldige. Wel de oplossing.”
Zelfs met de lastigste gedragsproblemen ben ik ervan overtuigd dat niet je kind gefixt moet worden, maar dat je zelf aan de bak zult moeten. Niet omdat de problemen jouw schuld zijn (niemand heeft schuld), maar omdat je wel de oplossing kunt zijn. Hoe meer jij jezelf van alle bagage bevrijdt, hoe evenwichtiger je wordt, hoe meer ruimte je hebt om in de behoeften van je kind(eren) te voorzien, om hem te horen, zien en begrijpen. En als dat gebeurt, wordt jullie band vanzelf beter en sterker. En heeft je kind zijn overlevingsmechanismen niet meer nodig, kan ook hij zijn masker afzetten. De driftbuien, het niet eten, niet kunnen slapen, onverklaarbare buikpijn, andere kinderen pesten, liegen: er zit altijd een verhaal achter. En als jij je kind kunt leren dat verhaal op een andere manier te vertellen (door hem te leren zijn gevoelens te uiten en deze serieus te nemen), hoeft hij zijn overlevingsstrategieën niet meer in te zetten.
En dan heb je het hele ouderschap, van binnen en van buiten, met al zijn subtiliteiten in de pocket. Check!