Op de vraag “Waar hou jij je mee bezig?”, antwoord ik steevast: “Ouders overtuigen van het belang van een gezonde en veilige hechtingsband met hun kind.” Na dit antwoord check ik even of de ander niet in slaap is gevallen. Preventie is niet hip, niet sexy, niet verkoopbaar, daar ben ik inmiddels wel achter. Mensen gaan pas naar de dokter als ze pijn hebben; ouders trekken pas aan de bel als er problemen zijn. En toch is het voorkomen van leed wat me elke dag drijft om weer aan de slag te gaan met mijn verhaal, workshops, lezingen, filmpjes, de boeken, een online cursus (verwacht: dit najaar). Preventie is mijn missie geworden, ondanks alle tegenwind die ik krijg.
Dat een veilige hechting met je kind enorme invloed heeft op zijn toekomstige leven, dat hoef ik gelukkig niet te verdedigen, daar zijn boeken over volgeschreven, door wetenschappers als Bowlby, Ainsworth, Gottman, Verdult etc. etc. Waarom dan die weerstand, bij ouders, bij vakgenoten? Omdat de moeilijkheid zit in de ‘hoe’: hoe krijg je die hechte band? Daar zijn twee partijen voor nodig, dat is waar. Maar als je erkent dat een baby open en blanco en ontvankelijk op de wereld komt, helemaal klaar om die band met jou op te bouwen, dan kom je al snel tot het inzicht dat die baby wel wil, die grijpt letterlijk naar elke mogelijkheid (tepel, vinger, hand, gezicht, haar) om zich aan je te binden. Maar hoe zit het met de andere partij: jij? Wat moet jij doen (en laten) om ‘het’ te kunnen?
“Preventie is natuurlijk geen sexy onderwerp: er moet eerst leed zijn voordat mensen willen luisteren.”
Kinderen zijn een meedogenloze spiegel voor je tekortkomingen, je ongeheelde stukken. Je loopt tegen dingen aan uit het verleden, je wordt door zo’n klein wezentje getriggerd op je perfectionisme, onzekerheid, ongeduld, bindingsangst, verlatingsangst, opvliegendheid, apathie, gebrek aan discipline, angst om grenzen te stellen. Misschien heb je een en ander voor jezelf een plekje gegeven, maar, geloof me, in het ouderschap komt alles binnen no time weer aan de oppervlakte en dit beperkt je om er 100% voor je kind te zijn. En dat is een pijnlijk inzicht. Je wilt het misschien wel, maar je kunt het (nog) niet. Je moet (weer) aan de bak, naar jezelf gaan kijken, aan jezelf werken, zelfinzicht krijgen, donkere stukken van je persoonlijkheid licht geven, offers brengen ten bate van je kind. En vooral die offers, daar hebben we moeite mee, daar willen we liever niet aan.
“Geen enkele expert kan een verstoorde of verzwakte band repareren.”
Preventie is dus vooral problemen met jezelf oplossen, zodat je beter ‘connect’, beter verbinding kunt maken met je kind, jezelf veiliger gehecht maken, zodat je er meer voor je kind kunt zijn. En dat is een boodschap die maar weinig ouders en vakgenoten willen horen. Want in de maakbare samenleving is de gedachtegang toch: als er een probleem is, dan gaan we dat fixen, we betalen daarvoor graag een expert en dan is het opgelost. Maar met de band tussen ouder en kind werkt het niet zo. Geen enkele expert kan een verstoorde of verzwakte band repareren. Een deskundige kan je wel op weg helpen, maar je zult het zelf moeten doen. Er zijn bijvoorbeeld therapeuten die je kunnen helpen om beter met de hechtingsproblemen tussen jou en kind om te gaan en er zijn vakgenoten die je kind helpen ‘ervan af te komen’.
En ik ben blij dat ze er zijn en waardeer het werk dat ze doen, maar mijn persoonlijke missie is om het niet zover te laten komen, liever help ik ouders voordat er problemen zijn. Ik wil bewustzijn creëren vanaf het allereerste begin en daarom schreef ik Alles Kids en Kids en Co: omdat ik geloof in de kracht van preventie. Sexy of niet.