We kunnen het maar moeilijk handelen: kritiek op hoe we onze kinderen opvoeden. Een opmerking als: “Ze is wel heel aanhankelijk zeg”, “Goh, hij luistert niet echt, hè?” of “Is zo’n opvoedcursus niets voor jullie?”, kunnen een gevoel van irritatie of zelfs woede in een milliseconde omhoog brengen. Maar waarom eigenlijk? Zo’n opmerking van een vriendin, een crècheleidster, een vreemde in de supermarkt (of van je ouders!) triggeren je systeem op verschillende niveaus:
- Je neemt het op voor je kind, verdedigt hem of haar
- Je voelt je aangevallen, bekritiseerd op je kwaliteiten als ouder
- Je voelt je onzeker, want je wilt je kind zo goed mogelijk opvoeden, maar blijkbaar is dat niet gelukt (volgens die ander)
Kritiek die iemand uit op je kind (hij luistert niet, eet niet met mes en vork, is niet sociaal, slaat of schopt een ander kind, kan nog niet lezen, speelt niet goed samen, is brutaal, is te aanhankelijk of juist te afstandelijk etc.), ervaar je dus voornamelijk als kritiek op JOU.
“Hoe beschadigder je uit je kindertijd bent gekomen, hoe slechter je met kritiek kunt omgaan”
En in welke mate die kritiek effect heeft op jou, hangt samen met je hechtingsverleden. Kort gezegd: hoe beschadigder je uit je kindertijd bent gekomen, hoe minder goed je met kritiek kunt omgaan en hoe harder je geraakt zult worden als iemand kritiek op je kind heeft of op hoe jij met je kind omgaat.
Wees eerlijk
Maar is de opmerking die geplaatst wordt wel kritiek? Kan het niet zijn dat het een uiting van bezorgdheid is? En is het wel eerlijk om daar dan zo heftig op te reageren omdat je je aangevallen voelt? Zou je – zoals mensen die veilig(er) gehecht zijn – ook kunnen denken: hey, het is niet leuk om te horen, maar misschien heb ik inderdaad een steekje laten vallen, ben ik er de laatste tijd niet echt geweest voor mijn kind en vertoont hij daarom lastig gedrag. Dank je voor de wake-up call, ik ga er iets mee doen?
The way out
Hoe komen we uit dit laatste taboe?
- Als iemand een opmerking plaatst over je kind of over je opvoeding, luister er dan naar
- Als je irritatie of woede op voelt komen, registreer het, maar handel er niet naar. Dus geen sneer terug over het kind van je vriendin, geen ‘wat weet jij ervan’ of ‘jij hebt makkelijk praten’ of ‘nou, jouw kind is ook geen lieverdje’
- Zeg (ook al kost het je moeite) iets als: “Goh, daar heb ik nooit over nagedacht, misschien heb je gelijk/Wat lief dat je zo bezorgd bent, ik ga over je opmerking nadenken”
- Doe dat vervolgens op een moment dat je alleen bent of bespreek het met je partner of een vriendin. Waarom raakt het je zo? Heeft die ander terechte reden om bezorgd te zijn over je kind? Ben je onzeker over je ouderschap en zo ja, wanneer en hoe ga je daar iets aan doen?
- En het belangrijkste: schat de opmerking op waarde en handel ernaar óf leg de opmerking naast je neer. Een opmerking over dat je kind niet goed samen speelt: hij is twee, dat is nog niet zo gek op die leeftijd, dat leert hij nog wel en hup, vergeet de opmerking. Is je kind niet aanhankelijk naar een vage kennis: prima, dat is gezond. Een opmerking van een moeder van school die zich afvraagt of het wel goed gaat met jou en je zoontje, omdat ze een paar keer heeft gezien hoe je uit te slof schoot tegen hem: dat is geen sneer naar jou, dat is een uiting van bezorgdheid, een spiegel. Gebruik hem.
Misschien een beetje pragmatisch, maar het is belangrijk om uit die cirkel te komen van je aangevallen voelen, van je afbijten, je gekwetst of boos voelen. Je helpt je kind er niet mee en jezelf ook niet.
Help elkaar
En last but not least: help elkaar. Het ouderschap kan behoorlijk pittig zijn en die andere ouder kan misschien ook hulp gebruiken. Iedereen is bij vlagen onzeker over hoe hij zijn of haar kind opvoedt en een open en eerlijk gesprek met een andere ouder kan misschien onzekerheid wegnemen, of verlichting geven. Weten dat je niet alleen staat, dat die ander geen kritiek op je heeft, maar je wil helpen, dat kan al een hele geruststelling zijn.