Zuchtmoeders, anti-mutsmoeders, loedermoeders: ouderschap blijft een bron van inspiratie voor schrijvers. Maartje van Hoek beschreef het laatst genadeloos in de Volkskrant: loedermoeders zijn een cliché geworden. Wat zit er onder die laag van: kijk mij eens lekker nonchalant zijn? En welke boodschap geef je hiermee aan je kind?Loedermoeder haalde in 2016 de shortlist van Van Dale voor ‘woord van het jaar’. Boeken met titels als Ontaarde ouders, Wij doen ook maar wat, Als het maar niet op ons lijkt, We rommelen maar wat aan en Dit is een boek voor ouders met een leven worden in een hoog tempo op de wereld gezet. Met allemaal dezelfde boodschap: we weten het niet, we doen maar wat, kijk mij eens nonchalant en cool zijn en niet mijn best doen. En ik ben er stiekem ook nog trots op.
“De geboorte van je kind beëindigt het ikke ikke ikke-tijdperk van je leven. Deal with it.”
Ik schrijf natuurlijk ook altijd dat 100% perfectie niet bestaat en 100% veilige hechting evenmin. En ik kan me voorstellen dat het als kersverse ouder misschien fijn kan zijn om eens te lezen dat een ander het ook niet perfect doet. Maar het in blogs, columns, websites en boeken continu verheerlijken en propageren van ‘aanrommelouderschap’, dat is een ander verhaal en kan op den duur een generatie van kinderen beschadigen.
Wat is er zo erg aan aanrommelouderschap?
Wat gebeurt er eigenlijk in deze vorm van ouderschap en welke boodschap geef je hiermee aan je kind? Voornamelijk dat zijn of haar behoeften niet centraal staan, maar die van zijn ouder(s). Als je je kind in een poepluier laat lopen omdat je vindt dat je partner ook wel eens mag verschonen, stel je jullie strijd boven de eenvoudig te vervullen behoefte van je kind (om niet in zijn poep te zitten). Als je je kind in de vrieskou naar buiten stuurt in een zomerjas, kun je dat voor jezelf goedpraten, maar je kunt ook eerlijk zijn en tegen jezelf zeggen: dat had ik beter moeten doen, mijn kind staat nu te blauwbekken in de speelpauzes omdat ik geen zin had een winterjas van zolder te halen. Of geen puf had voor de strijd. Als je kind tijdens een borrel bij iemand in de tuin in de vijver valt en ternauwernood overleeft, dan kun je zeggen: ja, maar we moeten wel gewoon naar feestjes kunnen blijven gaan en hij had niet bij die vijver moeten komen, of je kunt zeggen: dat hebben we niet goed aangepakt, als we op een feestje zijn moet telkens een van ons zijn volle aandacht bij ons kind hebben. En als het een heel kindonvriendelijke omgeving is, dan blijft een van de twee thuis, met kind.
“Ontkennen dat een kind invloed heeft op je leven, dat gaat niet.”
Ergens maakt de loederouder dus de keuze om de behoeften van zijn kind niet centraal te stellen en om bovendien te berusten in zijn capaciteiten als ouder. De persoonlijke ontwikkeling stopt, terwijl de geboorte van een kind een punt in je leven markeert waarna dingen anders zijn en je gedwongen wordt naar jezelf te kijken, aan zelfreflectie te doen. Ouderschap is iets dat je moet leren – iedereen – simpelweg omdat het een nieuwe rol is, eentje die je daarvoor niet had. Niets om je voor te schamen of schuldig over te voelen, gewoon een nieuwe rol. Waar je iets voor zult moeten doen.
Iets nieuws leren is voor sommigen (mensen met een veilige hechting) iets leuks, iets om je voor in te zetten, met nieuwsgierigheid. Je weet niet waar dit nieuwe pad heenleidt, maar je vertrouwt erop dat je er komt, in jouw tempo, op jouw manier.
Voor mensen die onveiliger gehecht zijn geeft iets nieuws leren een bepaalde mate van onzekerheid, weerstand, misschien zelfs angst. Iets nieuws leren gaat gepaard met fouten maken, kritiek krijgen en dat brengt de onveilige hechting van de ouder naar boven.
En dan komen we weer bij de kern van alles: ken jezelf, werk aan jezelf en repareer de gaten in je hechtingsverleden, zodat je niet berust en blijft hangen in je loedermoederschap, maar toegeeft dat het anders kan en dat je het aandurft om de levenslange leerschool van het ouderschap in te stappen. Niet om een perfecte ouder te worden – want die bestaan nog steeds niet- maar gewoon een leuke ouder, die kijkt naar zijn kind en keuzes maakt waar hij bij gebaat is. Dan ben je pas een coole ouder.