Voor vermijdend gehechten is ‘Goed’ een standaard antwoord op de vraag ‘Hoe gaat het met je?’. Ze hebben zich aangewend hun gevoelens voor zichzelf te houden, reageren beheerst en rustig in crisissituaties, redden zichzelf altijd wel, kortom: de vermijders zijn stoer, cool, zelfstandig, ongenaakbaar. En deze beschadiging in de hechting is in onze maatschappij een prijzenswaardige staat van zijn geworden.
Minimizers (vermijdend gehechten) en maximizers (angstig gehechten) zijn elkaars tegenpool. Als de maximizer zich emotioneel bedreigd voelt (in een ruzie bijvoorbeeld), richt hij zijn energie naar buiten, explodeert hij als het ware, gooit alles eruit, raakt oververhit. Zijn gebaren, gevoelens, passies, interesses, bewegingen, volume: alles is groot en veel. De minizer implodeert, richt zijn energie naar binnen, sluit zich af, reageert rustig op dingen die gebeuren, voelt daar geen heftige emoties bij, keeps his cool. Uit angst de ander te verliezen of gekwetst te worden, kiest ieder voor het mechanisme dat hij van kinds af aan met succes heeft gebruikt. De fight of de flight modus. Maximisen of minimisen.
Marlboro man
De Marlboro man is een typisch voorbeeld van een vermijdend gehechte: alleen op de wereld, niemand kan hem raken, zijn emoties verborgen achter een rookgordijn en een cowboyhoed. En deze man is in onze cultuur eerder een held, een rolmodel, dan een beschadigde volwassene die geknuffeld moet worden.
Wat er in onze maatschappij is gebeurd, is dat ‘stoerheid’ geprezen wordt, als norm wordt gesteld. Kinderen en volwassenen worden gestimuleerd om zich onafhankelijk op te stellen, zelfstandig te zijn, niet te lastig te doen, niet teveel te vragen van anderen, zichzelf te beheersen, zich niet te laten gaan (behalve op vooraf bepaalde momenten, zoals Koningsdag: dat mag je helemaal lohoos!).
“Op een begrafenis mag er in onze cultuur vooral niet teveel of te hard gehuild worden.”
Vooral niet te hard huilen
Op een begrafenis moet er vooral niet te dramatisch gedaan worden, zoals in zuidelijke landen, de tranen vangen wij liever op, keurig in een zakdoekje, eventueel met wat gesmoorde huilklanken. Een kopje koffie toe, liever geen drank, want de emoties zouden wel eens kunnen overlopen en dan… Ja, en dan? Zou dat zo erg zijn?
Er zijn mensen die liever niet iemand bellen als ze zich eenzaam voelen of ellendig, omdat ze bang zijn dat die ander er daarna telkens naar zal blijven vragen op ongewenste momenten: “Hoe gaat het nu met je?”. Liever houden ze die gevoelens dan maar voor zichzelf. Als je misschien bent opgegroeid in een gezin vol vermijders voelde je je waarschijnlijk al snel degene die te emotioneel is, en misschien heb je dat ook wel te horen gekregen: dat je een drama queen was. Dat je niet zo hysterisch moest doen. Toen ik jong was geloofde ik ook werkelijk dat ik de afwijkende was, degene die anders was. Want mij werd verteld dat je niet te overdreven moest zijn, niet te uitgesproken: die emoties van mij wilden mensen vooral niet teveel in hun face.
Toen ik de hechtingstheorie bestudeerde kwam ik tot een heel ander inzicht: de vermijders zijn niet de norm. Ik echter ook niet, want de meesten van ons hebben beschadigingen – klein of groot – opgelopen in de hechting en zijn zo door de jaren heen een stukje over de as geschoven, richting de maximizer of minimizer. Om te overleven, om je niet te laten raken.
Balans
Het type stoere Marlboro man en de over-emotionele vrouw zijn beiden uitersten. De balans ligt – zoals altijd – in het midden. Veilig gehechten bewegen zich daar van nature: ze durven hun emoties te uiten, hebben geen overdadige hoeveelheid erkenning nodig om gelukkig te zijn, zijn evenwichtig, schieten niet vaak uit hun slof, laten zich niet uit het veld slaan bij tegenslag, zijn te troosten, maar kunnen zichzelf ook troosten.
Laten we onszelf en onze kinderen niet wijsmaken dat het goed is gevoelens te onderdrukken. Als je een vermijder kent, vraag dan gerust eens door na ‘Goed’ op je vraag. Er is vast meer emotie te vinden, achter die vier letters.