Als je erop gaat letten hoor je het vaak, zinnen als: het is net zijn vader, ook zo’n testosteronbommetje. Jongens zijn nou eenmaal ruw. Van een beetje vechten op het schoolplein worden ze hard. Het moet geen zacht eitje worden. Jongens kunnen nou eenmaal niet stilzitten. Jongens maken alles kapot. Jongens zijn gewoon druk. Hoe zit het nu eigenlijk?
Agressief gedrag, dieren plagen, overmatige gefrustreerdheid en extreme boosheid worden door ouders regelmatig afgedaan met een: “Ach ja, het is nu eenmaal een jongen!”
Natuurlijk zijn er verschillen tussen jongens en meisjes, dat wil ik niet ontkennen, maar het gaat in bovengenoemde voorbeelden om beschadigd gedrag, dat een gevolg kan zijn van een onveilige hechting. Onveilig gehechte trekken van jongens worden in mijn ogen vaak ten onrechte afgeschilderd als jongensgedrag. En daar help je je kind niet mee.
Wat zit er achter het gedrag?
Er zijn namelijk andere factoren die ervoor zorgen dat jongens onrustig of agressief worden en de werkelijke bron van de agressie of de drukte wordt vaak niet gezien. Want wat zit er achter het vertoonde gedrag? Waarom voelt een kind de behoefte om dieren pijn te doen? Waarom neemt hij zijn toevlucht tot slaan en schoppen? Waarom schreeuwt hij als hij zijn zin niet krijgt? Waarom luistert hij niet naar je en is hij brutaal?
Een eerste stap is te beseffen dat er een emotie onder het gedrag zit. Een emotie die aandacht verdient, maar niet krijgt en daarom op een andere – negatieve – manier zijn uitweg zoekt. Druk zijn is geen jongensgedrag, maar gedrag dat aandacht verdient: dit gedrag hoeven we niet af te doen als jongensgedrag. Daardoor doen we jongens tekort en mis je als ouder kansen. Kansen om de verbinding met je kind aan te halen. Want een kind is niet zomaar agressief naar zijn broertje of vriendje, schreeuwt niet zomaar tegen jou, daar zit altijd een onvervulde behoefte achter om gezien, gehoord en begrepen te worden door jou, zijn ouder.
Je broek naar beneden doen is geen jongensgedrag
Grensverleggend gedrag is ook een duidelijk voorbeeld van gedrag dat aandacht verdient. Denk maar aan de jongen die in de klas zijn broek naar beneden doet, die andere kinderen pest of plaagt, die de moeders van vriendjes tot waanzin drijft, die kinderen uit de klas slaat of schopt, maar ook de brokkenpiloot die altijd teveel risico neemt op het schoolplein, de wegloper tijdens een schoolreisje of de jongen die niet wil praten over zijn emoties maar er direct op los mept. Dit is geen jongensgedrag dat vergoelijkt kan worden, maar zijn stuk voor stuk kenmerken van onveilige hechting die serieus genomen moeten worden.
Jongensgedrag kan dus niet te pas en te onpas gebruikt worden als excuus of argument voor ongewenst gedrag. Dus ook al hebben jongens meer testosteron en zijn ze fysieker in hun ruzies, een jongen moet nog steeds leren dat schoppen en slaan niet de bedoeling is. En natuurlijk neemt hij risico’s in de speeltuin, maar je houdt wel in de gaten welke activiteiten bij zijn leeftijd passen en wanneer het onverantwoord wordt. Een veilig gehecht kind checkt regelmatig bij zijn ouder of het nog oké is wat hij doet, zoekt bevestiging bij jou dat hij verder kan klimmen, of dat hij van die hoge duikplank kan. Dit is de cirkel van het ontdekken, op onderzoek gaan en nabijheid zoeken om bij te tanken, ervaringen te verwerken. Als een kind gevaarlijk gedrag laat zien, roekeloos is, betekent het dat dit mechanisme verstoord is en dat je als ouder de nabijheid weer moet op zoeken, je kind aandacht moet geven.
En ook al houden jongens van nature ervan om dingen uit elkaar te halen om te zien hoe het gemaakt is, hoe het werkt, je zoon moet ook leren dat dat niet de bedoeling is bij het speelgoed van zijn neef of jouw nieuwe horloge. Of dat hij de Duplo-toren van zijn peuterbroertje niet mag slopen, hoe een geweldig gezicht en lawaai dat ook is. Het ontwikkelen van dit empathisch vermogen is onderdeel van een veilige hechting.
“Je helpt je zoon niet door ongewenst gedrag te vergoelijken vanwege zijn testosterongehalte.”
Hoewel het misschien verhelderend kan zijn de verschillen tussen de seksen te beseffen, mag het nooit een excuus zijn om niet in te grijpen wanneer typisch jongens- of meisjesgedrag overgaat in ongewenst gedrag. Ongewenst gedrag geeft je als ouder altijd de duidelijke hint dat jullie band weer versterkt en hersteld moet worden. Dat het nodig is tijd en aandacht aan je kind te besteden, aan zijn behoeften. Pas als hij door jou gehoord, gezien en begrepen wordt (en dat wil nog steeds niet zeggen dat hij altijd zijn zin krijgt!), zal het extreme, ongewenste of grensoverschrijdende gedrag verminderen. Door het af te doen als ‘jongensgedrag’, daar help je hem niet mee.